-
1 afvragen
〈wederkerend werkwoord; zich afvragen〉♦voorbeelden:1 ik vraag mij af, wie … • I wonder who …ik vraag mij af of dat juist is • I wonder if/whether that is correct -
2 man
1 [volwassen mannelijk mens] man3 [echtgenoot] husband4 [flink persoon] man5 [lid van een bemanning] man, hand6 [lid van een groep/team] man♦voorbeelden:1 de aangewezen man voor dat karweitje • the best/obvious man for the jobbeste man 〈 ook ironisch〉 • my dear fellow/mande goede man weet nog van niets • the poor man/fellow knows nothing yethij is hier de grote man • he is the big boss herehij is geen vrij man • he is not his own manhij is er de man niet naar om • he is not the (sort of) man who wouldeen man uit duizenden • a man in a millioneen man van de daad/wereld • a man of action/the worldeen man van weinig woorden • a man of few wordshij is een man van zijn woord • he is as good as his wordals mannen onder elkaar • man to manach man, hou toch op • ah, come off it10.000 man publiek • a 10,000-strong audience〈 figuurlijk〉 de gewone/kleine man • the man in the street, the common manvijf man sterk • five strongiets aan de man brengen • sell somethingiemand recht op de man af iets zeggen • give it to someone straightiemand iets (recht) op de man af vragen • ask someone a point-blank question, ask someone something straighteen tientje de man • ten guilders eachals één man • as one (man)〈 spreekwoord〉 een gewaarschuwd man telt voor twee • forewarned, forearmed3 aan de man komen • find (oneself) a husband/manzijn dochters aan de man brengen • marry off one's daughters4 zijn verdriet dragen als een man • bear one's grief/take it like a manzich met man en macht tegen iets verzetten • resist something with might and mainmet hoeveel man zijn we? • how many are we?7 bloemenman • florist, flowerseller¶ onder die voorwaarden ben ik je man • under these conditions, I'm with you -
3 eten
eten1〈 het〉1 [voedsel] food♦voorbeelden:hij houdt van lekker eten • he is fond of good foodeten en drinken meenemen • bring along something to eat and drinkdat is geen eten • that isn't fit to eat2 koud eten • cold meal, lunchwarm eten • hot meal, dinnerhet eten is opgediend/klaar • dinner is served/readyhet eten laten staan • 〈 niet beginnen〉 leave one's food; 〈 niet helemaal opeten〉 not finish one's foodhet eten maken • make dinnerwijn bij het eten drinken • drink wine with a mealik ben niet thuis met het eten • I won't be home for dinneronder het eten • during meals/the meal, at dinner(time)nog een kik en je gaat zonder eten naar bed • one more word out of you and you'll be packed off to bed without your dinner————————eten21 eat♦voorbeelden:hij begon er direct van te eten • he fell tote veel/te weinig te eten geven • overfeed, underfeedhet is te eten /niet te eten • it's edible/inedible, it tastes OK/awfulwat eten we vandaag? • what's for dinner today?goed kunnen eten • have a good hearty appetiteje kunt hier lekker eten • they serve good food herelekker gegeten? • enjoyed your meal?eet smakelijk • enjoy your mealte veel eten • overeat (oneself)om op te eten zijn • be/look good enough to eateet ze • enjoy♦voorbeelden:1 blijf je (te) eten? • will you stay for dinner?wij zitten net te eten • we've just sat down to dinnerbuitenshuis/buiten de deur eten • eat/dine outthuis eten • eat iniemand te eten vragen • ask someone to dinneruit eten gaan • go out for dinneriemand uit eten nemen • take someone out to dinner1 [door eten verkrijgen] eat♦voorbeelden:zijn bord leeg eten • eat everything upzijn buikje rond eten • eat one's fillzich te barsten eten • eat till one is fit to burst -
4 fatsoenlijk
♦voorbeelden:iets fatsoenlijk vragen • ask something nicelyzich fatsoenlijk gedragen • behave (oneself)2 〈 ironisch〉 je kunt hier geen fatsoenlijke krant kopen • you can't even buy a decent paper in this place -
5 rekenen
4 [+ op] [verwachten] expect♦voorbeelden:goed kunnen rekenen • be good at figuresin guldens rekenen • reckon in guildersdoor elkaar gerekend • on average2 daar had ik niet op gerekend • I hadn't counted on/expected thatdaar mag je wel op rekenen • you'd better allow for thatrekenen op drie uur vertraging • allow for three hours' delay3 kan ik op je rekenen? • can I count/depend on you?reken maar niet op ons • count us outII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [tellen] count4 [in aanmerking nemen] bear in mind, remember ⇒ allow for5 [veronderstellen] assume, take it♦voorbeelden:1 alles bij elkaar gerekend • all told, in all2 hoeveel rekent u daarvoor? • how much do you charge for that?3 zich rekenen tot • count oneself as/amongmen kan hem tot/onder de grootste geleerden rekenen • he can be rated among the greatest scholars4 reken maar! • you bet!als je rekent dat het een uur rijden is • bearing in mind that it's an hour's drive5 reken dat hij komt, dan zijn we met z'n tienen • assuming that he comes, there will be ten of us -
6 weg
weg1〈de〉4 [doortocht] way♦voorbeelden:de grote weg • the main road, the motorwayeen kortere weg nemen • take a short cutopenbare weg • public highway/roadop de rechte/goede/verkeerde weg zijn • be on the right/wrong trackeen weg aanleggen • build a roadde weg afsnijden voor (onderhandelingen) • shut the door on (negotiations)de weg effenen voor iemand • pave the way for someonezijn eigen weg gaan • go one's own wayde weg weten • know the wayiemand de weg wijzen • show someone the wayaan de weg naar Delft • on the road to Delftflink aan de weg timmeren • be busy creating a distinct profile for oneselfzich op weg begeven • set/start outop weg gaan • set off (on a trip), set out (for), godat is de kortste/zekerste weg • that is the quickest/surest waylangs deze onsympathieke weg • even though I don't like this meanszich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan • use devious ways and meansnieuwe wegen openen voor de handel • open new channels for tradenog een lange weg voor zich hebben/te gaan hebben • have a long way to go4 iemand de weg afsnijden • cut someone off, block someone's wayzich een weg banen • work/edge one's way through; 〈 met meer kracht〉 force/fight one's way through; 〈 in de wereld〉 carve one's (own) way (in the world)met zijn tijd/geld geen weg weten • not know what to do with one's time/money(iemand) in de weg staan • stand in someone's/the wayiemand iets in de weg leggen • put something in someone's way(voor) iemand uit de weg gaan • keep/get out of someone's way, avoid someoneproblemen uit de weg ruimen • get rid of/eliminate problemsiemand uit de weg ruimen • eliminate someone, get rid of someoneeen misverstand uit de weg helpen • clear up a misunderstanding————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig; niet te vinden] gone2 [verrukt] crazy3 [verwijderd] away♦voorbeelden:de sleutel/de pijn/haar geld is weg • the key/pain/money is goneweg wezen! • 〈 plaats buiten〉 (let's) get away from here!; 〈 plaats binnen〉 (let's) get out of here!weg met … • away/down with …het heeft er veel van weg dat hij het met opzet deed • it looks very much as if he did it on purpose
См. также в других словарях:
ask for it — verb persist with actions or an attitude despite the probability that it will cause trouble He is asking for trouble with his behavior • Syn: ↑ask for trouble • Hypernyms: ↑persevere, ↑persist, ↑hang in, ↑hang on, ↑hold … Useful english dictionary
ask for trouble — cause oneself misfortune, get oneself into problems … English contemporary dictionary
throw oneself on the mercy of — ask for compassion from, seek pity from … English contemporary dictionary
bring oneself to do smth — (from Idioms in Speech) to get oneself to do something, to make oneself do something I could not bring myself to tell him that I had not seen Jean for the past four days. (A. Cronin) With a considerable effort, he brought himself to look the… … Idioms and examples
throw oneself on someone's mercy — I intentionally place oneself in someone s hands in the expectation that they will behave mercifully toward one II throw oneself on (or upon) someone s mercy abjectly ask someone for help, forgiveness, or leniency … Useful english dictionary
excuse oneself — {v. phr.} 1. To think of reasons for not being to blame; think yourself not at fault. * /John excused himself for his low grades on the ground that the teacher didn t like him./ 2. To ask to be excused after doing something impolite. * /John… … Dictionary of American idioms
excuse oneself — {v. phr.} 1. To think of reasons for not being to blame; think yourself not at fault. * /John excused himself for his low grades on the ground that the teacher didn t like him./ 2. To ask to be excused after doing something impolite. * /John… … Dictionary of American idioms
excuse\ oneself — v. phr. 1. To think of reasons for not being to blame; think yourself not at fault. John excused himself for his low grades on the ground that the teacher didn t like him. 2. To ask to be excused after doing something impolite. John excused… … Словарь американских идиом
excuse oneself — 1. To ask permission and then leave 2. To explain and seek pardon (for a misdeed) • • • Main Entry: ↑excuse … Useful english dictionary
help oneself — {v. phr.} To take what you want; take rather than ask or wail to be given. * /Help yourself to another piece of pie./ * /John helped himself to some candy without asking./ … Dictionary of American idioms
help oneself — {v. phr.} To take what you want; take rather than ask or wail to be given. * /Help yourself to another piece of pie./ * /John helped himself to some candy without asking./ … Dictionary of American idioms